Onlangs deed ik een poging om uit te leggen hoe toen, in de
begindagen van Seauton, een aanvraag werd opgevolgd.
Want nu zijn we toch wel wat verwend, we kunnen binnen de seconde een aanvraag
doorsturen naar tientallen relevante leveranciers, we kunnen online alle
mogelijke info opzoeken en ondertussen zetten we onze planning op orde.
Toen ging het namelijk zo, en voor alle duidelijkheid, toen
is echt wel niet zo heel lang geleden, ik ben bebaard, nog altijd niet bejaard.
Maar toen dus. Toen kreeg ik meestal een aanvraag per fax binnen, waarop ik
vervolgens kort op reageerde met mijn Nokia van toen en vooral een fax terugstuurde
(binnen de 14 dagen was de norm), met de melding dat ik hun fax goed ontvangen
had (die Nokia , da’s pas nostalgie, die kon ik eindeloos laten vallen, nu mag
ik dat niet meer van mijn IT-verantwoordelijke). Maar ter zake, vervolgens
diende ik elke aanvraag naar elke afzonderlijke partner (de hotels, de
restaurants, de busmaatschappijen, de airlines,…) voor elke afzonderlijke
aanvraag apart door te faxen.
Ik probeer te duiden, een aanvraag van een weekendje ski, een groepje van 40
personen, werd naar 60 hotels in de bergen doorgefaxt, 60 aparte faxen met telkens
diezelfde vraag naar de beschikbaarheid en liefst ook onmiddellijk reeds de
prijs. 1 Tot 4 weken later kwamen de antwoorden dan altijd trouw uit de fax gerold,
zachtjes van mijn rolletje thermisch papier, dat hopelijk niet in de zon had
gelegen, zodat niets nog kon gelezen worden, en ik opnieuw kon beginnen. En op mijn faxen stonden dan de meest
uiteenlopende handgeschreven antwoorden en soms ook extra vragen, alwaar ik dan
vlijtig en handgeschreven op antwoordde. Kortverhalen waren het, tussen Jan uit
Leuven en Heidi uit Tirol. We vertrouwden elkaar op handschrift, we hielden van
elkaar.
En toen ik wat later mails kon sturen omdat ik de computer
sporadisch aan de analoge telefoonlijn kon koppelen, kreeg ik steevast de vraag
van die hotels, die toevallig ook op het net waren gekoppeld omdat ze hun
telefoon ’s avonds eventjes durfden uitpluggen, diezelfde vraag, of ik niet een
fax kon sturen…
En dan maak ik mijn punt aan mijn jonge team, heeft trouwens
niets met ouderdom te maken, ik ben altijd al wat belerend geweest. Mijn punt
is dat ze slechts zijn wat ze zijn, die technologische wonderen. Enkel
middeltjes dus, ter ondersteuning van een passioneel georganiseerd event. Want
de klanten van toen zijn die fax allang vergeten, ze spreken wel nog altijd van
die perfect voorbereide ski-weekends, met passie en emotie. Met echte
nostalgie.
En wat hoorde ik vorige week toen een deel van mijn team aan
het nadenken was over een geschikt afscheidsgeschenk voor een goede klant… ze
dachten er sterk over na om een polaroid te kopen, omdat dat hip was… een
polaroid!! Een gedrocht van een machine dat je niet mag laten vallen, geloof
me, niet doen, ik kan het weten, en waar je vervolgens jouw analoge fotootjes
al zwaaiend moet droog zien te krijgen, en vooral niet te lang in de zon mag
laten liggen.
Tot volgende maand. Jan